De London Chess Classic is net afgelopen (13.12.2015). Wereldkampioen Magnus Carlsen (een Londens schoolkind noemde hem in een interview Carlos Magnussen) won samen met Anish Giri (Nederland) en Maxime Vachier-Lagrave (Frankrijk) het tienkoppige toernooi met 5,5 uit 9. Alle drie wonnen ze 2 van de 9 partijen en speelden 7 keer remise. Een dergelijk hoog aantal remises is niet abnormaal in topgezelschap. De spelers zijn zo aan elkaar gewaagd dat het niet bepaald makkelijk is om een winststelling uit te bouwen. Ik was tijdens het toernooi in Londen en had, dank zij mijn goede vriend GM Daniel King, het voorrecht om twee dagen als VIP het toernooi te kunnen meevolgen.
Ik kende nog heel wat spelers en commentatoren van vroeger, toen Oostende nog op de wereldschaakkaart stond en ik een aantal belangrijke toernooien en simultaans organiseerde. Ik som er enkele op: Jonathan Speelman, Julian ‘Jules’ Hodgson, Matthew Sadler en… de toernooispelers Michael Adams en Anish Giri. Michael ken ik al vrij lang. Hij was, geloof ik, 16 toen zijn vader me opbelde en vroeg of ik Michael ergens veilig kon logeren, zodat hij het open toernooi van Oostende – dat duurde met name 9 dagen- kon meespelen. Michael was als jonge kerel nogal tuk op vertier. Ik moest hem van zijn vader ‘in toom houden’. Anish Giri ken ik al een jaar of drie. Hij was de laatste in de lange rij simultaangevers in Oostende. Ondertussen is hij absolute wereldtop geworden. Ik zat in de VIP-room als, in vergelijking met die horde grootmeesters, schakende nitwit. Toch was ik er welkom. Geen zweem van pretentie, geen denigrerend neerkijken; wel een kom-er-bij-en-schuif-aanhouding. Het was een leuke en unieke ervaring. Ook het feit dat de Londense scholen heel erg betrokken werden bij dit sterkste schaaktoernooi ooit op Britse bodem was fijn. Lagereschoolkinderen kregen er dagelijks schaakinitiatie. Daarvoor zorgde mijn gastheer Daniel King, die ook live commentator van dienst was en ’s avonds laat (soms na middernacht zelfs) nog voor Chess Base een video report moest maken vanuit de in zijn bureau geïmproviseerde opnameruimte. ‘Intens, druk, soms slopend, maar ongemeen boeiend voor wie door het schaakvirus aangestoken is’, zei Daniel, toen ik tijdens een late rit van Hammersmith Olympia naar Teddington naar de graad van zijn vermoeidheid peilde. We spijbelden het schaken alleen op zaterdag. Toen speelde Brentford in de Championship (onze tweede klasse) thuis tegen Milton Keynes Dons. Brentford won met 2-0. Ook dat was dus zoals het hoorde.