IJspiste of Eispiste?
Dezer dagen ligt het Wapenplein in Oostende er weer ingepakt bij. En zoals gebruikelijk heeft eenieder er weer zijn zeg over.
‘Al dat geld dat dit kost! Kunnen ze daarmee niks anders aanvangen?
‘Leuk dat de ijspiste er weer is! Ze brengt volk naar de stad.’
‘En die kerstverlichting! Allemaal geldverspilling en pollutie! En niemand die nog naar de middernachtmis gaat!’
En zo gaat het verder. Is er kerstverlichting, dan kost dit teveel en kun je het geld beter aan andere zaken besteden. Is er geen, dan doet Oostende niks voor de sfeer. Missen is menselijk en mensen zijn soms misselijk.
Hetzelfde gevoel overviel me zaterdag 17/12/2016 bij de commentaren op het Groot Dictee van de Nederlandse Taal.
‘Schaf dat af! Wat heeft dat nu met spelling te maken?’
Weinig of niets, als je het over de vaardigheid hebt om correct te spellen.
Maar daar gaat het uiteraard niet over. Wat heeft goed zijn in een quiz op tv met echte intelligentie te maken? Evenzeer weinig of niets, veel meer met een goed geheugen. Schaf dus ook maar in een trek het fenomeen quiz op tv af. We weten toch met z’n allen dat de slimste mens niet de slimste mens is.
Het Groot Dictee op tv is een spelletje en moet ook aldus bekeken worden. Het is fun voor even, een kortstondige uitdaging voor mensen die ze aangaan.
In De Standaard van vandaag 19/12/2016 wordt op het dictee teruggeblikt, in een apart kadertje zelfs op een enkel woord uit het dictee: ‘qaly’, een initiaalwoord voor ‘quality-adjusted life years’. Helaas schrijft de auteur heel het artikel door ‘qaly’ als ‘qualy’, een fout geïnduceerd door de eerste component van het initiaalwoord. De auteur heeft niet goed zijn huiswerk gemaakt en… waarschijnlijk zelfs niet naar het dictee op tv gekeken. Bij de correctie wees men toen duidelijk op het ontbreken van de ‘u’ in het woord.
Ik maak me trouwens sterk dat de dictators (de voorlezers van het dictee, o.a. Freek die met zijn andere coupe het langst uitgerekte hoofd van heel omroepland heeft) het woord fout hebben gelezen. In het Engels spreekt men het woord vooraan met een ‘k’ uit, niet met ‘kw’. In het Nederlands is er dus evenmin reden om dit te doen. Men zegt toch ook niet ‘laser’ met ‘a’ tegen ‘laser’, tenzij men de deelnemers wil ‘belaseren’.
Zo zie je maar: spelling is even glad en glibberig als een ijspiste. Of is het nu toch een ‘eispiste’. Iemand stelde in het kader van het spellinggebash voor ‘ij’ en ‘ei’ gelijk te schakelen. Zijn kind zou dan op school geen last meer van dat ridicule duo hebben. Ook een mening natuurlijk. Wat zou de huismeid/huismijt daarvan denken?
We leven in een tijd waarin opinies welig tieren. Zowat iedereen krijgt of creëert een forum voor zowat om het even wat. Aan argumenten om opinies kracht bij te zetten, wordt minder tijd besteed.
Dus toch maar ijspiste? Mijn gedachten dwalen af naar 1916, honderd jaar geleden, toen Felix Timmermans ‘Pallieter’ schreef. Er staat een passage in, waarin Pallieter zijn naam in het ijs piste, zodat het ijs ging smelten. Helemaal vanzelf, zonder dat Pallieter ook maar iets van het ijs eiste.