In de vooravond zat ik moederziel alleen op het terras van De PleKK aan de Groentemarkt in Oostende. Andy, de kelner stond wezen- en werkloos in het ijle te staren en Lien, de afspanningsuitbaatster, draaide weemoedig een U-turn van de bacchanalen van vorige zomer voor haar ogen af.
Ik monterde haar op en zei empathisch: ‘Lien, zo weinig volk. Daar doe ik iets aan’. Er verschenen op slag twintig vraagtekens in haar ogen.
Ik zei: ‘Wait and see’. Ondanks mijn zeventigjarige leeftijd druipt het sex-appeal nog altijd van mij af. Mijn aura straalt nog even intens als in mijn jonge jaren. Ik ben nog altijd een magneet.
Ik zette schijnbaar achteloos een knopje van mijn hemd open.
Vijf minuten later zaten er tien mensen op het terras. Ober Andy, als altijd alert, had direct het causale verband gesnapt tussen mijn kwieke, maar onopvallende handeling en de plotselinge aanvoer op het terras.
En passant fluisterde hij: ‘Nog een knopje?’
Nauwelijks twee minuten later zat het terras vol. Andy draafde als een Arabische volbloed en het zweet drupte van onder zijn masker op zijn hemd.
Op weg naar een volgende bestelling siste hij me toe: ‘Knopjes dicht, man, ik kan niet meer volgen.’ Ik deed of ik hem niet begreep.
Kijk, dat zijn momenten die deugd doen aan mijn oud hart. De bevestiging dat ik noch immer een weergaloze publieksmagneet ben, had ik te lang moeten ontberen. En hier presenteerde ze zich aan mij in haar ultieme en subliemste vorm. Ik dronk ervan met glorieuze teugen.
Als ik me dermate euforisch voel, heb ik een uitlaatklep nodig. Vaak koop ik dan een boek. Corman was nog open. Ik koos ‘Vrolijke verwoesting’ van Delphine Lecompte.
Ik had aan de ontbijttafel een andermaal schitterende column van Delphine gelezen in de digitale De Morgen. Ze is een grandioze taalvirtuoos, die wat de ondertoon van haar werk betreft, voor mij een portie Elsschot in zich heeft, maar wat haar taal betreft zijn tegenbeeld is. Zij gooit met de dikke Van Dale tot zowat alle woorden eruit gevallen zijn op haar bladspiegel, van slangenbezweerder tot nagelverzorgster.
Ik sla de bundel open op bladzijde 86 en mijn ogen vallen op het vers: ‘En ik hou van mijn moeder zoals ik van alcohol hou’.
Ik kan niet meer van mijn moeder houden, alleen nog van herinneringen aan haar. Sinds 14 februari 2015 is dat zo.
Van alcohol houden gaat wel nog, gezeten op een terrasje aan de Groentemarkt in Oostende. Eerst alleen en daarna in een magnetisch veld.