Wie De Morgen leest, kent ongetwijfeld Stijn De Paepe, modern rederijker die dagelijks in de krant het nieuws in versvorm becommentarieert.
Vandaag, vrijdag 5 maart, is dit het ‘dagvers’. Verser kan een vers wellicht niet zijn.
Buiten alle verwachtingen
Zolang men matig spuiten kan,
U naar uw vrijheid fluiten kan,
zijn VDB, De Croo en co,
druk doende met een ‘buitenplan’.
Een buitenplan! Wat zou dat zijn?
Muziek op straat? Toneel op ’t plein?
Een wellnesskuur van kunst? Cultuur?
Een land is méér dan sportterrein.
Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late middeleeuwen in gilden organiseerden. Ze hielden zich vaak en veel bezig met het schrijven van poëzie. Hun voorkeur ging naar complexe dichtvormen met herhaling van versregels, en rijmklanken, waarmee ze hun meesterschap, hun metier wilden etaleren. Vorm en taalbeheersing stonden centraal. Ze droegen hun gedichten op aan de ‘prins’, een soort voorzitter van een rederijkerskamer. Ze speelden in veel steden ook en belangrijke rol bij feesten en plechtige gebeurtenissen, en waren in die zin een soort stadsdichters avant-la lettre.
Nemen we om te beginnen even de eerste strofe van Buiten alle verwachtingen onder de loep.
Alles rijmt netjes volgens het rijmschema aaba. Meer nog, de strofe bevat ook drie keer een dubbelrijm (spuiten kan, fluiten kan, buitenplan)
Verder is er het over de vier versregels uitgesponnen enjambement en wordt de strofe opgefleurd met een aantal alliteraties (men matig/ druk doende en misschien ook u en uw), een stijlfiguur waarvan Guido Gezelle zei: Stafrijmen zijn stapstenen waarop men steunt met de stemme. Om het geheel nog weelderiger te maken en stilistisch een zweem van barok mee te geven, huist er ook nog een binnenrijm in de eerste strofe (De Croo en co).
Strofe twee wordt gekenmerkt door vraagzinnen, vijf in totaal. Ook hier tref je het rijmschemaa aaba (of ccdc als je wilt) aan en daarnaast nog een dubbel binnenrijm (kuur, kunst, cultuur), bovendien in de vorm van een chiasme of kruisstelling gegoten (uu-u/u-uu).
Wie wil, kan het dagvers beluisteren op https://www.demorgen.be/meningen/een-wellnesskuur-van-kunst-cultuur-een-land-is-meer-dan-sportterrein~b3780ad7/ en als je dat doet, valt het meteen op dat heel het gedicht in jambische vorm is geschreven. Het bestaat uit versvoeten van twee lettergrepen met eerst een onbeklemtoonde en dan een beklemtoonde lettergreep. Vandaar ook de keuze voor ’t plein in plaats van het plein (regel 6). De enige keer dat het een klein beetje mank loopt, is bij Wat zou dat zijn?, waar je de klemtoon op wat verwacht, terwijl hij prosodisch op zou valt. Maar dit is kniesorigheid, kommaneukerij, muggenzifterij en vitterig zeurderschap.
Samengevat: Stijn De Paepe is een rederijker ‘reborn’, die met verve het laatmiddeleeuwse meesterschap op een eenentwintigse-eeuwse manier nieuw leven inblaast, en die niet alleen voor een ‘prince’ schrijft, maar voor iedereen die hem lezen wil. Dagvers dan nog!